Na de prachtige zonsondergang over de Hardangerfjord van gisteren, is het ook vandaag weer schitterend weer. We gaan een lange rit van ongeveer 6 uur richting het zuiden maken: van Eidfjord naar de camping bij de Preikestolen. Voor z’n film wil Mich nog een shot van een gletsjer hebben en laten we nou nét onderweg bij de Buergletsjer langskomen. Volgens wat mensen die hij een week geleden gesproken heeft, schijnt het een mooi klimmetje te zijn, dus we vertrekken vroeg. De rit langs de Hardangerfjord naar Odda is prachtig. Er staat bijna geen wind en de fjord lijkt een enorme spiegel. Bij Odda rijden we omhoog en hoog in de verte verschijnt een eeuwenoude dikke laag grijs-blauw ijs die in de zon ligt te schitteren. Een wilde rivier van smeltwater komt ons tegemoet en Mich wordt helemaal enthousiast: we zijn bij de Buer.

We vervangen onze slippers voor loopschoenen. Pakken water, wat te eten en onze camera’s in onze tas en beginnen aan de klim naar boven. Het eerste gedeelte is goed te doen. We lopen door stukken met bomen met kleine keien. Ook steken we over gammele bruggetjes een aantal van de stroompjes over die van de bergen komen. Met de drone op z’n rug rent Mich bijna de berg omhoog richting het ijs. Volgens hem is het niet zo ver: ‘we kunnen echt niet zo dicht bij het ijs komen, hoor!’.

Het wordt steeds steiler en we komen bij stukken in de beklimming waar we met touwen tegen steile wanden omhoog moeten lopen. O ja.. waar doet me dit ook alweer aan denken? Juist: survivallen op de middelbare school.. waar ik altijd een bloedhekel aan had. En waar ik dan eigenlijk helemaal niet zo goed tegen kan, is als iemand me dan ook nog duizend aanwijzingen geeft.. Alsof ik zelf niet even kan kijken hoe ik het kan doen. Laat het nou net zo zijn dat Mich me duizend aanwijzingen probeert te geven en zelfs achter me aan de berg op wil 🙂

Ik stuur hem voor me aan de berg op, kijk hoe hij het doet, en klim dan zelf. Ik vind het toch stiekem wel leuk en na de eerste klim gaan de volgende steeds makkelijker. Mich wil het liefst zo snel mogelijk, zo dicht mogelijk bij het ijs komen. Maar ik zorg ervoor dat we ook even wat tijd nemen voor wat eten en drinken nemen. Want het is echt steil en de klim is niet zo makkelijk. Het laatste stuk rent Mich alsnog over de bergen bij me weg en ik laat hem maar gaan, hij is niet te houden.

Als ik vijf (of misschien wel tien) minuten later over de laatste rotsen klim, komt me een harde koude wind tegemoet vanaf de gletsjer. Ik sta ineens bij de grote rivier van smeltwater, bijna óp het ijs. Mich heeft de drone al bijna in elkaar. Ik kijk hem aan en zeg: ‘ik dacht dat we niet zo dicht bij het ijs konden komen?’ ‘Tof he?!’ is het antwoord met een supergrote glimlach, en hij heeft gelijk, het is inderdaad tof.

De gletsjer is imposant, en dat is een understatement. Het ijs strekt zich voor ons uit en we zien in de verte enorme watervallen. Mich laat de drone op en die is al snel 200 meter hoger en 800 meter verderop. En dan is ie nog niet eens in de buurt van het grootste gedeelte van het ijs. Ondanks de strakblauwe lucht, trek ik m’n fleecetrui aan tegen de koude wind, ik maak wat foto’s, en bovenal geniet ik van het uitzicht dat we hier hebben als beloning na de klim.

De beelden die de drone maakt, zijn echt schitterend en geven een nog mooier beeld van de gletsjer. De Buer was inderdaad de moeite waard om te beklimmen. De afdaling gaat een stuk makkelijker, maar m’n benen zijn tegen het einde zo moe dat ik bijna niet meer kan lopen. Bij de auto trekken we onze schoenen weer uit. Ik voldaan van de klim en Mich voldaan van de dronebeelden, rijden we naar de Preikestolen. We vinden op het achterste veldje op de camping nog een plekje en Mich bakt voor ons welverdiende pannenkoeken. Hoewel ik thuis bijna nooit pannenkoeken maak, zijn deze echt heerlijk! Alle energie die we vandaag op de klim hebben gebruikt, vullen we weer aan. Bovendien is het ook direct een goede bodem voor de volgende klim van morgen: de Preikestolen.

 

 

Leave A Comment