Vorige week ben ik een weekend weg geweest met Despina, Kostas, en Giorgos en ons avontuur naar Italië begint donderdag al in de trein. In Meppel moeten we ineens uitstappen, de trein rijdt niet verder. We hebben niet heel veel tijd extra genomen voor dit soort geintjes, en er zitten superveel mensen in de spits, maar er zit niks anders op dan te wachten op de bus. Na een beetje dringen, kunnen we gelukkig met de tweede buslading mensen mee. Giorgos is de grote vriendelijke reus, dringt nooit voor, en hij is eigenlijk de eerste persoon die te veel is in de bus, maar er zit achter Despina en mij een hele aardige man die voor hem uitstapt zodat we toch met z’n vieren kunnen reizen. We nemen in Zwolle weer de trein, die uiteraard ook 10 minuten vertraging heeft. Al dit reis-gedoe heeft uiteindelijk toch een voordeel: we hoeven nu op Schiphol niet te lang te wachten 🙂 Al snel kunnen we naar de gate, we stappen in en gaan. De vlucht gaat snel en ongeveer anderhalf uur later landen we in Italië! We zitten op de eerste rij, dus we zijn ook zo uit het vliegtuig, de warme lucht omringt ons en we voelen direct de vakantiestemming, wat een heerlijk gevoel. We halen de auto op en rond een uurtje of twaalf zijn we onderweg. Giorgos vertelt ons tijdens de rit dat het huis van zijn ouders helemaal niet in Triëst staat (wat wij allemaal dachten), maar in Koper, we gaan dus naar Slovenië! Superleuk. Ik val tijdens de twee uur durende autorit al in slaap en eenmaal in het huis maak ik m’n bed op en val ik ook als een blok in slaap. Ik had blijkbaar wat in te halen.
Mijn interne wekker gaat iets voor half zeven af, zoals elke dag, maar ik kijk toch op de klok, en ik kijk naar de deur die de hele nacht al openstaat en waar ik de blauwe lucht kan zien. Een briesje komt naar binnen en ik heb een heerlijk vakantiegevoel en ik doe m’n ogen weer dicht. Om half elf word ik echt wakker en samen met Giorgos en Kostas gaan we naar een groot winkelcomplex om voor Kostas korte broeken te kopen en om ontbijt te halen. Despina laten we nog even lekker doorslapen. Kostas slaagt voor korte broeken, Giorgos koopt een rode zwembroek, en ik koop hier in Slovenië een regenbroek… Wat?! Een regenbroek? Ja, voor Noorwegen. Hier kom ik in een latere post nog wel even op terug.. Als we terug komen is Despina al wakker en na het ontbijt trekken we onze zwemkleding aan en gaan we op weg naar Izola, naar het strand. Het zonnetje schijnt en het water is een goede temperatuur, de rest gaat zwemmen en ik ga in de schaduw liggen. De dokter zei na de operatie aan m’n navel vorige week: twee weken niet zwemmen.. dus daar hou ik me braaf aan. We plagen Giorgos met z’n rode zwembroek, dat hij lijkt op Mitch Buchannon, en we zingen ‘I’ll be ready’. Op de terugweg stoppen we bij een supermarkt en eten een halve watermeloen op de parkeerplaats. Kostas vindt ons maar paupers dat we dat daar doen, maar het interesseert ons niets, we zijn toch op vakantie. We drinken nog een ijskoffie op de boulevard van Izola, tussen de boten. We relaxen allemaal door de warmte, de zon, en de zee.
Eenmaal thuis nemen we een douche en lopen naar het centrum van Koper voor een hapje eten. Langs de boulevard is een gezellige drukke sfeer, er is muziek en er zijn ontzettend veel mensen. We vinden uiteindelijk met moeite een plekje bij een restaurant waar we vooral visgerechten én wijn bestellen. Na het eten drinken we nog één cocktail bij een bar en lopen dan terug langs het water. De eerste dag van deze minivakantie was zeker zeer geslaagd.